Het hiërogliefenschrift, de Farao’s, de Goden, Koningen en Koninginnen. De gevechten, banvloeken en magie. De Nijl weet het allemaal.
Er is maar één Egypte, er is maar één Nijl.
Is er ook maar één leven? Nee, voor Egyptenaren is sterven niet het einde van het leven. De overledenen worden opnieuw geboren om eeuwig voort te leven in het hiernamaals.
In dit land, Egypte, waar dat wat echt is, nooit verdwijnt, woont AMON. Hij is een harde werker. Een echte stoere kerel van het puurste soort. Loyaal aan zijn vrienden en zijn land. Amon werkt als sleper aan de grootste piramide voor koning Cheops in Egypte. Hij is krachtig en sterk, vecht tegen onrecht en bedrog en is solidair met zijn familie. Maar is dat andersom ook zo? Of is er maar één zoals hij?
MIRA is de bloedmooie dochter van koning Cheops. Ze is puur, slim en oprecht. Een frisse wervelwind in het paleis. Mira is niet alleen een prinses, ze ziet er ook uit om door een ringetje te halen. Als ze door de zalen van het paleis loopt, is het net alsof haar voeten de vloer niet raken. Ze zweeft op volmaakte elegantie. Er is er maar één zoals zij.
Deze twee lijken voor elkaar geboren. Ze kennen elkaar al vanaf hun vroegste jeugd. Samen speelden ze in de tuin van de koning. Amon krijgt nu als bouwer van de piramide alle respect van de mensen om hem heen, maar een relatie met de prinses? Kan dat wel in het oude land van de Nijl, waar rangen en standen niet door elkaar lopen? Een arbeider die als sleper aan de piramide van de Koning werkt en een prinses die met een gouden lepel in haar mond geboren is?
BOEK TICKETS